Firewall

Instellingen

Beschrijving

Meld kwetsbaarheden in wifinetwerken

Als dit selectievakje is ingeschakeld, toont het Kaspersky-programma meldingen wanneer kwetsbaarheden worden gedetecteerd in een wifinetwerk.

Dit selectievakje is beschikbaar als Kaspersky VPN Secure Connection niet is geïnstalleerd op de computer.

Als het selectievakje Blokkeer en meld de onveilige verzending van wachtwoorden via het internet is ingeschakeld, dan blokkeert het Kaspersky-programma de verzending van een wachtwoord in een niet-versleuteld formaat wanneer u het veld Wachtwoord invult op het internet.

Met een klik op de koppeling Categorieën selecteren opent u het venster Categorieën waarin u de soorten kwetsbaarheden van wifinetwerken kunt opgeven. Het programma zal u waarschuwen wanneer u verbinding maakt met een wifinetwerk met de opgegeven kwetsbaarheid.

Toon apparaten die verbonden zijn met mijn netwerken

Als het selectievakje is ingeschakeld, is Smart Home Monitor ingeschakeld en functioneel.

Sta verbindingen via willekeurige poorten voor actieve FTP-modus toe

Als het selectievakje is ingeschakeld, staat Firewall verbindingen met uw computer via willekeurige poorten toe indien een overschakeling naar de actieve FTP-modus bij de verbinding met de host is gedetecteerd.

Schakel Firewall pas uit als het besturingssysteem volledig is afgesloten

Als dit selectievakje is ingeschakeld, stopt Firewall pas met werken als het besturingssysteem volledig is uitgeschakeld.

Blokkeer netwerkverbindingen als de gebruiker niet om een actie kan worden gevraagd

Als dit selectievakje is ingeschakeld, stopt de Firewall niet wanneer de interface van het Kaspersky-programma niet is geladen.

Programmaregels

Als u kikt op deze koppeling, opent u het venster Netwerkregels voor programma's. Dit venster geeft informatie weer met betrekking tot de controle van de netwerkactiviteit van programma's en programmagroepen.

Het onderdeel Inbraakpreventie regelt de netwerkactiviteit van programma's in overeenstemming met de netwerkregels van programma's en programmagroepen.

U kunt machtigingen configureren voor de netwerkactiviteit van een programma of programmagroep via het menu van een cel in de kolom Netwerk. De menu-items worden beschreven in het gedeelte Regels van inbraakpreventie.

Door Details en regels te selecteren in het contextmenu van een rij, kunt u vervolgens netwerkregels voor een programma of programmagroep gaan configureren.

Pakketregels

Als u kikt op deze koppeling, opent u het venster Pakketregels. Het venster bevat standaard vooraf geconfigureerde regels voor netwerkpakketten die door Kaspersky-experts zijn aanbevolen voor een optimale bescherming van het netwerkverkeer van computers met een Microsoft Windows-besturingssysteem.

Regels voor netwerkpakketten dienen om beperkingen voor netwerkpakketten in te stellen, ongeacht het programma. Zulke regels beperken het inkomende en uitgaande netwerkverkeer via specifieke poorten van het geselecteerde gegevensprotocol.

Regels voor netwerkpakketten hebben een hogere prioriteit dan netwerkregels voor programma's.

Als u een pakketregel toevoegt of bewerkt, kunt u de volgende instellingen definiëren:

  • Actie:
    • Toestaan. Het Kaspersky-programma staat de netwerkverbinding toe.
    • Blokkeren. Het Kaspersky-programma blokkeert de netwerkverbinding.
    • Volgens programmaregels. Het Kaspersky-programma verwerkt de gegevensstroom niet volgens een pakketregel maar past in plaats daarvan een programmaregel toe (zie Programmaregels hierboven).
  • Naam.
  • Richting:
    • Inkomend. Het Kaspersky-programma past de regel toe op netwerkverbindingen die door een externe computer zijn gestart.
    • Uitgaand. Het Kaspersky-programma past de regel toe op de netwerkverbinding die op uw computer is gestart.
    • Inkomend / Uitgaand. Het Kaspersky-programma past de regel toe op zowel inkomende als uitgaande gegevenspakketten of stromen, ongeacht welke computer (uw computer of een externe computer) de netwerkverbinding tot stand heeft gebracht.
    • Inkomend (pakket). Het Kaspersky-programma past de regel alleen toe op gegevenspakketten die worden ontvangen door uw computer.
    • Uitgaand (pakket). Het Kaspersky-programma past de regel toe op gegevenspakketten die door uw computer worden verzonden.
  • Protocol.
  • ICMP-instellingen. U kunt het type en de code specificeren van de gegevenspakketten die moeten worden gescand. Het gedeelte met instellingen is beschikbaar als de protocollen ICMP en ICMPv6 zijn geselecteerd.
  • Externe poorten (poorten van een externe computer).
  • Lokale poorten (poorten van uw computer).

U kunt een reeks externe of lokale poorten specificeren (bijvoorbeeld 6660–7000 ), meerdere poorten vermelden gescheiden door komma's, of beide methoden combineren (bijvoorbeeld 80-83,443,1080).

  • Adres:
    • Elk adres.
    • Subnetadressen. Het Kaspersky-programma past de regel toe op IP-adressen van alle netwerken die momenteel zijn verbonden en die van het gespecificeerde type zijn (Openbaar, Lokaal of Vertrouwd). Het netwerktype kan worden geselecteerd in de vervolgkeuzelijst die hieronder wordt weergegeven als de optie Subnetadressen is geselecteerd.
    • Adressen uit de lijst. Het Kaspersky-programma past de regel op IP-adressen uit het opgegeven bereik toe. U kunt IP-adressen specificeren in de velden Externe adressen en Lokale adressen, die hieronder worden weergegeven als de optie Adressen uit de lijst is geselecteerd. De toegevoegde IP-adressen moeten worden gescheiden door een komma.
  • Status. Firewall past alleen pakketregels toe die de status Actief hebben. U kunt de status Inactief instellen om een pakketregel tijdelijk uit te schakelen zonder deze uit de lijst met pakketregels te verwijderen.
  • Netwerkadapters die worden doorlopen door netwerkpakketten.
  • Gebruik van TTL. Het Kaspersky-programma beheert de verzending van netwerkpakketten waarvan de actieve duur (TTL, Time To Live) niet hoger is dan de opgegeven waarde.
  • Gebeurtenissen vastleggen in het Kaspersky-programmarapport.

U kunt snel een regel toevoegen door een van de voorgedefinieerde sjablonen te selecteren in de vervolgkeuzelijst onder in het venster.

Beschikbare netwerken

Als u op deze koppeling klikt, wordt het venster Netwerken geopend met een lijst met netwerkverbindingen die door Firewall op de computer zijn gedetecteerd.

In de lijst kunt u het type netwerk (Openbaar, Vertrouwd of Lokaal) wijzigen door het menu in de cel Netwerktype te gebruiken. U kunt de netwerkinstellingen bewerken in het venster Netwerkeigenschappen, dat u kunt openen door te dubbelklikken op de rij van het netwerk.

Het type Openbaar wordt standaard toegewezen aan internet. U kunt het netwerktype of andere instellingen voor internet niet wijzigen.

In het venster Netwerkeigenschappen kunt u de volgende netwerkinstellingen bewerken:

  • Netwerknaam.
  • Netwerktype.
  • Weergave van meldingen over het volgende:
    • Verbinding met het netwerk.
    • Gewijzigd MAC-adres (bijvoorbeeld als de netwerkadapter is vervangen).
    • Gewijzigde koppeling van MAC-adres/IP-adres (bijvoorbeeld wanneer de DHCP-service een ander IP-adres toewijst).
  • Keuze van de printer die standaard moet worden aanbevolen bij verbinding met dit netwerk. Het selectievakje is beschikbaar als een printer is geïnstalleerd in het besturingssysteem op uw computer.
  • Lijst met aanvullende subnetten (gescheiden door komma's).

Naar boven